Snap je het nog?!
Wat is het verschil tussen dwangmatige hyperfocus en – hyperawareness? En hoe kan ACT hierin van betekenis zijn? Interessante vragen die ter sprake kwamen in de OCDcafé ACT-zelfhulpgroep. Zó interessant, dat ik besloot om de besproken theorie en mijn eigen overdenkingen in een blog ‘te gieten’. “Het verschil wordt duidelijker als je het naar het Nederlands vertaald – verhoogde focus & verhoogd bewustzijn” volgens een medecursist. Een hele scherpe opmerking!
Beide begrippen worden vaak door elkaar heen gebruikt, maar hebben verschillende betekenissen. Om het nog ingewikkelder te maken: uit ervaring weet ik ook dat beiden elkaar kunnen beïnvloeden. Maar hoe zit het nu eigenlijk? Wat is wat?
Navraag bij Menno Oosterhoff leerde me: “Hyperfocus is iets dat je zelf richt. Je kunt je concentratie bijvoorbeeld richten op iets specifieks of stereotype interesse hebben in iets. Hyperawareness is een overmatig, kwellend bewustzijn van lichamelijke verschijnselen die normaal onbewust verlopen en waar je je helemaal níet bewust van wil zijn. Bijvoorbeeld je blaasfunctie, je ademhaling of het knipperen van je ogen. Maar beide termen worden door elkaar heen gebruikt. Bijvoorbeeld dat je een hyperfocus hebt op je ademhaling.”
OCDnet.nl heeft een pagina gewijd aan hyperawareness en noemt nog verschillende andere namen voor deze vorm van dwang: sensorimotore obsessie, somatische obsessie en body focussed obsessions. Om het even simpel te houden!
In de zelfhulpgroep besloten we samenvattend: Hyperfocus zou je dan kunnen zien als een bewust verhoogde focus of alertheid. “Bijvoorbeeld uit angst om iets te missen.” Hyperawareness ervaren we als een verhoogd bewustzijn; een ónbewust proces. “We merken nou eenmaal veel op, ook al willen we dat lang niet altijd!”
Dat OCD een complexe aandoening kan zijn, illustreert bovenstaande voorbeelden natuurlijk al. Zelf ken ik beide vormen uit ervaring. Het heeft jaren geduurd voordat ik begreep wat er in mijn hoofd gebeurde. Door mijn hyperawareness merk ik ontzettend veel op in mijn lijf. Allerlei prikkels, verschijnselen en onbewuste lichaamsprocessen treden mijn bewustzijn binnen. Zo ben ik me al sinds mijn 7e doorlopend bewust van het ‘vollopen’ van mijn blaas, heb ik later een obsessie gehad met slikken en ben ik me in periodes ergerlijk bewust van waar mijn blikveld eindigt en waar mijn neus zich daarin bevindt. Ook het feit hoe mijn buikhuid over mijn broekrand krult of mijn ‘onderkin’ tevoorschijn komt als ik mijn kin naar beneden richt, zijn van die dingen die nogal eens hinderlijk in mijn gedachten opduiken. Excuus voor de details! Normaal gesproken hoef je je hier niet bewust van te zijn, maar ik ben dat dus wel. Wanneer dit gebeurt dan haken andere vormen van OCD hier geregeld op aan. Zo levert het input voor mijn hypochondrie (ziekteangst). Door veel van wat ik voel of opmerk kan ik me angstig gaan voelen (is dit wel normaal, moet ik me zorgen maken?) met als gevolg dat ik een hyperfocus ontwikkel op bepaalde lichaamssignalen. (Voel ik het nog steeds? Is het erger geworden dan gister?). En zo verandert een onbewust signaal vanuit mijn hyperawareness in een bewuste hyperfocus; in dit geval dus een dwangmatige bodyscan.
Na jaren deze hyperfocus te hebben toegepast, voelt dat inmiddels ook als een tweede natuur. Ik heb mijn brein zo getraind in het scannen van mijn lichaam, dat ik dit inmiddels onbewust doe… Snap je het nog?! Een complex samenspel dat ik beter begrijp nu ik steeds meer leer over alle vormen van OCD en hoe deze in de praktijk voor mij werken. De gesprekken die we voeren in de zelfhulpgroep leveren een grote bijdrage aan dit inzicht. En ze helpen me in de omgang met dit alles. Hoe? Daar kom ik zo op terug.
Naast de eerder genoemde voorbeelden, waarin hyperawareness beschreven wordt in relatie tot interne lichamelijke prikkels, merk ik ditzelfde mechanisme ook op bij andere onderwerpen. Bijvoorbeeld in de communicatie. Wat ik nu beschrijf is dus even los van de officiële theorie en kun je zien als een subjectieve overdenking vanuit mij. Mocht je het herkennen, laat het gerust weten in een reactie op deze blog. Ik ben heel benieuwd!
In sociale context komen er onbewust ook veel signalen bij me binnen. Bijvoorbeeld in (non-)verbale communicatie. Zowel intern (bijvoorbeeld over mijn lichaamshouding, hoe lang ik iemand aankijk of hoe ik éxact mijn woorden kies), maar ook externe signalen die de ander al dan niet onbewust uitzend. Ik ben me vaak kwellend bewust van intonatie, onuitgesproken woorden, hoe iemand zich lijkt te voelen, hoe oogcontact verloopt en nog veel meer. Dat al die zaken mijn bewustzijn bereiken ervaar ik regelmatig als vervelend, afleidend en doodvermoeiend. Ik vind het dan ook lastig om me in grote groepen mensen te bevinden, zowel on- als offline. Mijn OCD gaat ook hier weer aan de haal met de geregistreerde signalen. Ik ben bang om iemand per ongeluk te kwetsen, iets te missen in de communicatie, wil voorkomen dat er miscommunicatie optreedt, doe mijn uiterste best om de ander goed te begrijpen en mijn volledige aandacht te geven. Ik kan heel obsessief bezig zijn met wanneer ik in mag ‘springen’ in een gesprek. Of ik bijvoorbeeld te lang wacht, of dat ik te snel ben en onbedoeld door iemand heen praat. Dat er zoveel bij me binnenkomt, maakt me ergens ook extra bewust van wat ik allemaal zou kunnen missen en verkeerd zou kunnen doen. Met als gevolg opnieuw die hyperfocus, maar nu dus op sociale signalen: ‘Lees’ ik mijn gesprekpartner wel goed? Heb ik mijn (non-)verbale communicatie voldoende onder controle? Ik vind het soms erg dubbel dat ik zoveel waarneem, maar dat ik door mijn OCD mijn waarnemingsvermogen vervolgens niet vertrouw…
“Hoe kan ACT hierin van betekenis zijn?” vroeg ik coach Eugène pasgeleden. Zoals altijd ging hij enthousiast aan de slag met mijn vraag. Hij raadpleegde zelfs zijn ACT intervisie vraagbaak en nam de gevonden informatie mee als input voor onze online bijeenkomst van de zelfhulpgroep. Daardoor ontstond een heel mooi en verhelderend gesprek. De conclusie die ik hier voor mijzelf uit trok: Het is voor mij heel helpend geweest om de definities van hyperfocus en -awareness te bespreken. Het te leren herkennen in mijn gedrag (Hey! Daar is het … verhaal weer!) en te begrijpen hoe het op elkaar inwerkt. Vervolgens helpt deze kennis me om er met afstand naar te kunnen kijken; om minder ‘in de spaghetti in mijn hoofd’ verstrikt te raken. In ACT-termen; om defusie toe te passen. Ik leer ruimte te maken voor alle gevoelens die dagelijks met sneltreinvaart door me heen flitsen. Om ze niet meer weg te duwen (dat is sowieso onbegonnen werk natuurlijk!). Ik kan niet veranderen wat ik waarneem en wat ik daarbij voel, maar wél hoe ik ermee omga. ACT helpt me om dit alles te accepteren als onderdeel van mij. Het hoort nou eenmaal bij me. Hiermee is het niet weg, maar hierdoor ben ik niet meer zo in gevecht met mijzelf. En dat is alvast één probleem minder! Zoals een door Eugene veel gebruikte quote: “Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien.” En dat is precies wat deze ACT-sessie me op heeft geleverd. Eindelijk; ik snap het!
Reacties