Heb je de buurvrouw gekust?

Mijn man en ik zijn vijftien jaar samen en hebben twee kinderen. We hebben elkaar ontmoet tijdens onze studie rechten in het eerste jaar. Het was liefde op het eerste gezicht. Van een relatie kwam het niet direct. Maar de blikken die we uitwisselden tijdens de lunch in de kantine en de manier waarop een van ons opschrok als de ander de collegezaal betrad spraken boekdelen. Na de studie ontmoetten we elkaar opnieuw bij het uitgaan. Het kostte minder dan een seconde om te besluiten dat we elkaar nooit meer uit het oog wilden verliezen. 

Ons verhaal was bijzonder romantisch. We kregen kinderen en voelden iedere dag de band die er was sinds het begin. En ja, ik had last van een dwangstoornis. Helaas duurde het acht jaar voor ik erachter kwam dat de nare gedachten die ik had na de geboorte van de kinderen dwangmatig waren. Tijdens de zwangerschap was ik al erg bezorgd over bacteriën en schoonmaakmiddelen, maar daarna werd dat ineens veel erger. Ik ging gebukt onder de gedachte of ik niet per ongeluk iets had gedaan wat hen zou hebben geschaad. Ik controleerde daarom vaak of alles wel in orde was. Dat kostte veel energie. Ik kreeg een burn-out en daarvoor kreeg ik gesprekken met de arbo arts. Het woord dwang is nooit genoemd. Jaren later sprak ik een collega die vertelde over dwang. Haar verhaal was pijnlijk herkenbaar voor mij. Ik ging op zoek naar informatie en las Vals alarm van Menno Oosterhoff. Dat was een eye opener en zorgde meteen ook voor een groter bewustzijn ten opzichte van dwangmatig denken en handelen bij mijzelf. Omdat ik toch nog wel last had van dwang heb ik exposure therapie gevolgd. Daar had ik veel aan. Dwang raakte naar de achtergrond. Ik dacht bijna dat ik geen OCD meer had, toen de dwang plotseling in een nieuwe gedaante ten tonele verscheen en keihard raakte aan alles wat mij lief was.

Het was zomer. Er was een straatbarbecue. Meteen bij binnenkomst viel me op dat een buurvrouw naast mijn man ging staan. Ik zag dat ze verlangend naar hem lachte. Hij lachte even terug. Gedurende de avond volgde ik haar en zag dat zij Jelmer geen moment uit het oog verloor. Ze probeerde ongegeneerd zijn aandacht te trekken. Ze bewoog sexy en keek dan of hij keek. En toen hij met de hapjes rondging die ik had klaargemaakt keek ze hem lang aan voor ze vriendelijk bedankte.

Ik vroeg hem wat dit te betekenen had. Ik vroeg of hij zag hoe zij zich gedroeg. Hij vond het ongemakkelijk en begreep direct dat ik dit niet leuk vond. Ik voelde me bedreigd en kreeg het gevoel dat er iets was dat ik had gemist. Ik voelde scheuren ontstaan in de grond onder mijn voeten. Thuis vertelde Jelmer dat hij een paar weken voor het buurtfeest erg dronken was geworden op een verjaardag bij een van de buren. Ik wist nog hoe hij thuisgekomen was: ladderzat. Hij vertelde dat hij misschien verwachtingen had gewekt. De scheuren in mijn fundament werden groter en het koude zweet brak me uit. Hij vertelde dat hij had geflirt. Maar meer niet. Ze hadden dicht naast elkaar gezeten, op de tuinbank van een van de buren. Ze gaf hem aandacht. Hij had dat wel leuk gevonden. Ik vroeg wat er precies was gebeurd. Hij vertelde dat hij dat niet meer precies wist, dat het niks voorstelde, maar dat hij wel snapte dat ik het niet leuk vond. De bodem verdween onder mij vandaan.

Sindsdien slaap ik slecht. Dat duurt nu al zes weken. Als ik haar zie lopen draait mijn maag zich om. Ik zie hen in gedachten voor me op de straatbarbecue, alsof ze in één aura staan en ik daarbuiten, buitengesloten van mijn man en alles dat we samen hebben. Dan verdwijnt het weer. Maar soms valt haar naam en dan begint het weer. Ik vraag me af of er iets gebeurd is dat hij niet meer weet. Zij wil hem verleiden en geneert zich daar niet voor. Ik denk alleen maar: dit is vast mis gegaan. En als dat niet al gebeurd is, gebeurt het vast nog want hij gaat vast weer eens een avond doorzakken op een feestje en zij geeft niet op, zelfs niet als ik erbij ben. Ik google naar haar werk en hobby’s en als ik dat al even heb kunnen loslaten schiet door me heen dat de buren allemaal weten dat ze echt te ver zijn gegaan maar hebben afgesproken niets tegen mij te zeggen. Of mijn man weet het nog wel, maar vindt mij te kwetsbaar en wil me beschermen. Ik bedenk hoe hij met haar mee naar huis is gegaan of hoe ze elkaar gekust hebben en voel hoe ik bijna moet overgeven. Mijn mond wordt droog, ik zweet en mijn hart draait overuren. Paniek.

Ik onderwerp hem dagelijks aan een kruisverhoor. Ik weet dat het OCD is, maar mijn hele wezen verlangt naar zekerheid, in alle toonaarden. Hij heeft verteld wat hij weet. Maar ik wil het naadje van de kous weten, die 0,01% waarover geen duidelijkheid bestaat. Dan vraag ik: heeft ze jou aangeraakt? “Vast wel,” probeert hij nonchalant te antwoorden. Vast wel maakt alles erger. Ik wil weten hoe ze zaten, wat ze zeiden, wat hij voelde en ik wil haar uitschelden voor hoer. Ik wil dan dat mijn man mij vasthoudt en zegt dat alles goed komt, maar dat wil hij nu niet meer omdat ik hem niet vertrouw, omdat ik hem te erg kwalijk neem dat hij zich een keer niet helemáál goed gedroeg in een dronken bui. Ik doe nu alsof hij er een jarenlange affaire op na heeft gehouden. Het is onredelijk, dat weet ik wel. 

“Je hebt alles wat je hartje begeert en nog is het niet genoeg. Kennelijk ben ik niet goed genoeg. Ik wil er niks meer over horen.Gedraag je gewoon volwassen!” 

“Ik weet wel dat je niets ergs hebt gedaan, maar ik ben wanhopig, ik heb last van dwang.” De schaamte druipt eraf bij mij. Ik voel me lelijk, beperkt en niet opgewassen tegen de simpele problemen van het bestaan. Ik heb alles wat mijn hartje begeert en nog is het niet genoeg. Mijn nieuwe jas wil ik terugbrengen naar de winkel. Ik verdien het niet om in een dure warme jas te lopen. Ik ben lui en ondankbaar. Mijn emoties passen niet bij wat er is gebeurd maar ik voel geen bodem meer. Ik voel alleen een grote golf die over me heen slaat. 

Ik sluit me op in de badkamer. Ik sla met mijn vuist tegen de muur. Mijn scheermes leg ik klaar op het randje van de wastafel. Onder de douche zet ik de mesjes in mijn buik. Mijn armen en benen zijn verboden terrein geworden, want die zijn zichtbaar voor de kinderen. Als we gaan zwemmen kan ik altijd een badpak aandoen. Het mes is bot. De krassen zijn klein, maar er komt wel bloed uit. Ik voel dat ik wat tot rust kom, maar ik voel me nog meer een enorme loser. Het lukt me niet eens een flinke jaap te zetten. Ik denk aan onze keukenmessen maar weerhoud mezelf daarvan. Ik ga op de grond in de slaapkamer liggen. De koude harde vloer brengt me kalmte. 

Deze dwangmatige overgevoeligheid voor onzekerheid kwelt mij, zorgt ervoor dat ik in paniek raak, dat leuke dagen met de liefde van mijn leven met wie ik zoveel moois deel worden opgevreten door vragen over 0,01% onzekerheid en zorgt er ook voor dat degene die ik dan het meest nodig heb niet meer voor mij klaarstaat. Dat ik alleen ben met mijn dwang.

Gerelateerde artikelen

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  1. Ik vind dit pijnlijk herkenbaar, lieverd. Die onzekerheid in combinatie met de ander die de situatie die zich in jouw hoofd afspeelt, bagatelliseert is killing. Hou je hoofd recht en vraag eventueel de buurvrouw een keer wat er speelt. Misschien kan zij duidelijkheid scheppen. Veel liefs.