Ik deug niet

Door Menno Oosterhoff

Bodydysmorfic disorder (BDD), ook wel morfodysfore stoornis genoemd, is een aan de dwangstoornis verwante aandoening waarbij mensen volkomen ten onrechte het gevoel hebben dat ze er niet uitzien. Ze zijn geobsedeerd door vermeende onvolkomenheden in hun uiterlijk. Ik noem het ook wel ingebeelde lelijkheid. Er is zeker een overeenkomst met anorexia nervosa (AN), wat je ingebeelde dikheid zou kunnen noemen. Wat beide aandoeningen in elk geval gemeen hebben is dat het realiteitsbesef vaak gering of afwezig is. De beleving neemt soms waanachtige vormen aan. Daarin verschilt het met de onrust over onvolkomenheden bij de dwangstoornis, want daarbij weten mensen meestal verstandelijk nog wél, dat hun onrust overdreven is. Ze weten het dan met hun hoofd, maar niet met hun hart. Maar bij de BDD en AN wordt dat gezonde verstand helemaal door het gevoel overheerst.

De laatste jaren wordt me steeds duidelijker dat veel mensen met dwang ook een overmatig schuld- en verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Altijd het gevoel dat ze tekortschieten. Ik noem het wel mentale smetvrees. Angst voor een smet op je blazoen. Nu is smet op je blazoen vast een bijna vergeten uitdrukking en daarom noem ik het ook wel ingebeelde lelijkheid van de ziel, of ingebeelde slechtheid. Soul dysmorphic disorder of moreel perfectionisme. Het moet helemaal zuiver zijn.

Wat het met BDD gemeen heeft is het gebrekkige besef dát je enorm hoge eisen stelt aan jezelf.

Zo kan het gebeuren dat iemand die extreem perfectionistisch is in haar werk en eindeloos veel extra tijd besteed om mogelijke tekortkomingen te voorkomen op mijn opmerking dat ze lijdt aan moreel perfectionisme zegt: ‘Nou, dat vind ik heel aanmatigend. Zo zou ik mezelf beslist niet durven omschrijven. Ik ben juist bang dat ik de kantjes ervan afloop.’

Of dat iemand met ernstige dwang zegt: ‘Als geen enkele behandeling werkt, dan zal ik wel geen dwang hebben en me aanstellen.’ Of: ‘Dan heb ik mijn best niet genoeg gedaan.’ Ik kan praten als Brugman om duidelijk te maken dat niet de patiënt maar de behandeling tekortschiet, maar het landt nauwelijks.

Die ingebeelde slechtheid kan ook de vorm aannemen van het gevoel hebben een bedrieger te zijn; iemand die aandacht vraagt terwijl er niks aan de hand is. Dat wordt wel imposter-OCD genoemd. Ik schreef daarover al eens een blog. Sinds ik mijn boek Vals alarm heb geschreven, waarin ik ook mijn eigen ervaringen met OCD beschrijf, heb ik daar ook wel wat last van. ‘Een beetje over de ruggen van mensen met echte dwang heen aandacht trekken. Kun je wel? Het stelt immers niks voor bij jou.’ Dat soort dingen komen dan bij me op. Als het beter met me gaat dan is het erger, want dan is het naar mijn gevoel helemaal onterecht dat ik me ooit voorgedaan heb als dwangpatiënt. Ergens weet ik wel dat het onzin is, maar de beleving is echt heel sterk. En om het helemaal ingewikkeld te maken, kan ik dan ook nog weer gaan denken dat ik beslist geen last heb van deze imposter-OCD, maar dat ik ook dat alleen zeg om zielig gevonden te worden. Een medepatiënt heeft dit ook (‘Zij heeft dit namelijk echt’) en bij haar kan ik wel zien hoe erg ze eronder lijdt (‘Ja, geen wonder, want bij haar is het ook echt zo’). Dineke, mijn vrouw (‘Ja, verschuil je maar achter haar’) zegt dat ik me ook veel vaker schuldig voel (‘Zo vaak voel je je helemaal niet schuldig’) en dieper schuldig voel dan nodig. Ze stimuleert me om erover te schrijven, want daar kunnen mensen wat aan hebben. Nu ben ik het wel met haar eens dat dit overmatige schuldgevoel bij veel anderen mensen met dwang veel voorkomt. Het is soms niet om aan te zien hoe mensen zichzelf op de huid zitten en afkraken. En dan ook nog eens niet kunnen geloven dat dat helemaal niet terecht is.

Wat mijn andere obsessieve onrust over onvolkomenheden betreft, heb ik over het algemeen wel goed door dat het dwangmatig is. Maar bij deze vind ik dat heel moeilijk. (‘Omdat je het niet hehebt!’)

Want zelf weet ik wel beter: ik deug niet.

Gepubliceerd op Medisch contact op 27 oktober 2020

Gerelateerde artikelen

Reacties

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *